We geven je 5 tips om energie te besparen in je sporthal of sportschool.
In veel sporthallen is de temperatuur tijdens de winter erg hoog ingesteld. Het is natuurlijk afhankelijk van het soort sport, maar gemiddeld gezien is sporten prettig bij 16 tot 18 graden. Kies voor een verwarming waarbij je de temperatuur snel kunt veranderen, bijvoorbeeld een verwarming met warme lucht.
De lampen in kleedkamers en doucheruimtes branden vaak de hele dag. Dat is meestal niet nodig, want niet in alle ruimtes zijn de hele dag mensen aanwezig. Een bewegingssensor zorgt ervoor dat de lampen alleen branden als er iemand in de ruimte is. Zo bespaar je op je stroomkosten.
Vaak staat in een sporthal de ventilatie aan op een vast volume. In de praktijk is de hal maar deels bezet. Met dynamische ventilatie kun je de ventilatie hoger of lager zetten, op basis van wat je nodig hebt op het moment zelf. Dat scheelt in je stroomverbruik.
Bij veel sportscholen staan de lampen naast de velden altijd aan. Terwijl dat niet nodig is. Zonde van de stroom dus. Met lokale verlichting die specifieke banen en stukken voetpad verlicht, voorkom je dit. Stel daarvoor een slim tijdschema in of gebruik schakelklokken.
Het is slim om te checken hoeveel warm water je per minuut lever in de douches. Als dat meer dan 10 liter per minuut is, bespaar je veel water met een waterbesparende douchekop. Zo bespaar je water én gas om het water te verwarmen.
(Bron: Milieu Centraal)
Je kunt bij ons rekenen op een energiepartner die met je meedenkt. Die kansen spot voor jouw bedrijf. Met een netwerk van experts: van installateurs tot subsidieadviseurs. Zo ondersteunen we je bij het behalen van al je energiedoelen, van kleine besparingen tot grote duurzame stappen.
